Veelgestelde vragen digitaal procederen in handelsvorderingszaken

De Raad voor de rechtspraak zal digitaal procederen in handelsvorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging met het huidige systeem niet landelijk invoeren. Wat betekent dit voor lopende digitale zaken, het Aansluitpunt Rechtspraak en de toekomst van digitaal procederen? Lees de antwoorden op enkele veelgestelde vragen.

Naar agenda

Ik procedeer al digitaal in een handelsvorderingszaak bij de rechtbank Gelderland of Midden-Nederland. Kan ik dat blijven doen?

Ja, bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland blijft digitaal procederen in handelsvorderingen verplicht. Voor deze arrondissementen zijn wetten ingevoerd voor digitaal procederen. 

Het procesrecht bij deze 2 rechtbanken wijkt daarmee af van de andere rechtbanken. De Rechtspraak wil deze ongelijkheid zo snel mogelijk opheffen. De Raad voor de rechtspraak overlegt daarover met de betrokken rechtbanken, de minister van Justitie en Veiligheid en ketenpartners, zoals de orde van advocaten (NOvA) en de beroepsvereniging voor gerechtsdeurwaarders (KBvG).

Ik vond digitaal procederen in handelsvorderingen prettig werken. Waarom wil de Raad voor de rechtspraak dit toch niet landelijk invoeren?

De Raad heeft dit besluit genomen op basis van uitgebreide informatie: de ervaringen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, gesprekken met ketenpartners en adviezen over de technische gevolgen van landelijke invoering. 
Alles bij elkaar genomen vindt de Raad het niet verantwoord om met het huidige systeem digitaal procederen in handelsvorderingszaken landelijk in te voeren. De kwaliteit van de programmatuur is omstreden. Daarmee doorgaan betekent dat er veel tijd, energie en geld in gestoken moet worden. Bovendien kan het digitale systeem maar beperkte tijd gebruikt worden, omdat de leverancier stopt met de ontwikkeling ervan.

Kan ik in andere zaken digitaal blijven procederen en communiceren?

In rechtsgebieden waar u al digitaal procedeert en communiceert, kunt u dit blijven doen. In asiel- en bewaringszaken blijven advocaten verplicht digitaal procederen. Ook de digitale uitwisseling van stukken in faillissementszaken gaat gewoon door. Dat geldt eveneens voor de in november 2017 gestarte landelijke invoering van digitaal werken in bewindszaken. Tot slot gaat de digitalisering op het terrein van strafrecht volgens planning door.  

Blijft de rechtspraak het huidige systeem voor asiel- en bewaringszaken wel verder ontwikkelen?

Digitaal procederen in het bestuursrecht is op hetzelfde platform gebouwd als handelsvorderingen. Ook dit systeem kan maar een beperkte periode worden gebruikt, omdat de leverancier stopt met de doorontwikkeling ervan. Dit betekent dat het systeem niet verder wordt uitgebouwd. Ook is het onontkoombaar dat vreemdelingenadvocaten in de toekomst met een nieuw systeem gaan werken.

Kan ik gebruik blijven maken van het Aansluitpunt?

Voor digitaal procederen in civiele handelsvorderingen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland kunt u gebruik blijven maken van de systeemkoppeling, het Aansluitpunt. Dit Aansluitpunt voorziet ook in een systeemkoppeling met de IND. Dat blijft zo.

Wordt het Aansluitpunt uitgebreid met andere zaaksoorten?

Het Aansluitpunt wordt dit jaar nog niet verder uitgebreid naar andere zaaksoorten. In het plan over de bijgestelde aanpak van de digitalisering wordt daarover meer duidelijkheid verwacht. 

Heb ik als advocaat, deurwaarder of IT-leverancier nu voor niks geïnvesteerd in kantoorsoftware, opleidingen, een systeemkoppeling etc.?

Digitaal procederen en communiceren gaat gewoon door in asiel- en bewaringszaken, strafzaken, handelsvorderingen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland en toezicht. Investeringen in opleidingen en kantoorsoftware voor deze digitale procedures, zijn dus nog steeds nuttig.

Hoe en wanneer we gaan digitaliseren in andere zaaksoorten, is nu nog niet bekend. Als u hier al investeringen voor heeft gedaan, zullen die zich pas later terugbetalen. We realiseren ons dat dit voor u ontzettend vervelend is.

Stopt de Rechtspraak met digitalisering?

Van stoppen met digitalisering is zeker geen sprake. In april besloot de Rechtspraak al om de focus te verleggen van het automatiseren van juridische procedures naar vergroting van de digitale toegankelijkheid. 
De minister liet daarop weten eerst duidelijkheid te willen over de vraag of alle neuzen binnen de Rechtspraak dezelfde kant op staan als het gaat om digitalisering, of de juiste bestuurders, managers en IT-specialisten op de juiste plaats zitten en of de aansturing van het digitaliseringsprogramma helder genoeg is. De Raad en de gerechtsbesturen hebben daar de afgelopen tijd afspraken over gemaakt en de minister daarover geïnformeerd. De Raad gaat deze nieuwe structuur (ook wel IV-governance genoemd) nu invoeren. Ze verwacht in het najaar te kunnen besluiten over de bijgestelde aanpak van de digitalisering, de manier waarop die moet worden bereikt en de kosten die daarmee gemoeid zijn.

Er zijn nu al miljoenen uitgegeven aan digitalisering en er is weinig gerealiseerd. Waar is dat geld aan uitgegeven?

In de jaren 2013-2017 is er ongeveer € 100 miljoen geïnvesteerd in de IT voor digitaal procederen. Daarmee hebben we onder meer digitaal procederen en communiceren in toezicht, strafzaken, asiel- en bewaringszaken en de pilot digitaal procederen in civiele handelsvorderingen gerealiseerd.

Ook is ongeveer 100 miljoen geïnvesteerd in implementatie en modernisering in de breedte. Een flink deel van dit bedrag is nodig voor reorganisatiekosten. Daarnaast zijn hiermee onder meer digitale zittingszalen gerealiseerd en opleidingen van medewerkers bekostigd.
Deze investeringen zijn gedekt binnen de reguliere begroting van de Rechtspraak, met aanvullende bijdragen vanuit het ministerie van justitie en vanuit het beschikbare eigen vermogen. 

Bron: rechtspraak.nl

29 juni 2018.