Overal waar wij uitleg geven over de berekening van de beslagvrije voet, stuit dat op uiteenlopende reacties. De gezamenlijke constatering is dat de beslagvrije voet meestal niet volledig juist kan worden berekend, omdat er gegevens ontbreken. Ook is een veelgehoorde klacht, dat de beslagvrije voet niet snel genoeg wordt herberekend.
Omdat de meeste gegevens door de schuldenaar moeten worden aangeleverd en deze door de bomen het bos niet meer ziet, gaat de berekening dikwijls mank.
In juni 2014 heeft de beroepsorganisatie voor gerechtsdeurwaarders (KBvG) de overheid geadviseerd over herziening van de beslagvrije voet. Eén van de kernpunten van de voorgestelde wijzigingen is, dat de deurwaarder gegevens rechtstreeks via het UWV kan opvragen om de beslagvrije voet te kunnen berekenen.
Op 5 juli 2016 is er een concept wetsvoorstel gepubliceerd waarop door de markt gereageerd kon worden. Daar zijn een aantal nuttige opmerkingen uitgekomen. Let wel! Op 17 oktober 2016 is het definitieve wetsvoorstel ingediend.
Nu, bijna twee jaar later is het het UWV nog niet gelukt om de wet geïmplementeerd te krijgen met als gevolg, dat de deurwaarder de juiste beslagvrije voet niet snel kan berekenen, herberekening soms lang op zich laat wachten en de schuldenaar daardoor een veel te lage beslagvrije voet overhoudt. De definitieve invoering zou nu op 1 januari 2021 gepland staan...
Eén geluk voor ons. Wij kunnen de beslagvrije voet met al haar uitzonderingen blijven uitleggen. Géén geluk voor de schuldenaar die met een te laag inkomen al zijn of haar lasten moet betalen.
De nieuwe beslagvrije voet is nu al aan het verouderen terwijl deze nog niet is ingevoerd.
15 oktober 2018