De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Teeven heeft zijn tanden laten zien tegenover de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders. De ledenraad van de KBvG had een wijziging in de Verordening Onafhankelijkheid goedgekeurd, maar de staatssecretaris weigert zijn instemming. De KBvG heeft beroep ingesteld tegen dit besluit.
In 2010 keurde de toenmalige Minister van Justitie de Verordening Onafhankelijkheid van de KBvG goed, met een kelin aantal opmerkingen. Zo wenste de minister de participatie van niet-gerechtsdeurwaarders verder te beperken dan de verordening toestond. Géén participatie door niet-gerechtsdeurwaarders, of hoogstens een klein aandeel voor medewerkers. Ook de NMA, nu Autoriteit Consument en Markt, had de nodige opmerkingen over de verordening. Die zou in strijd zijn met het mededingingsrecht.
Daarop kwam de KBvG eind 2012 met een gewijzigde verordening, waarin ook opdrachtgevers onder strikte voorwaarden mogen participeren in een gerechtsdeurwaarderskantoor, mits zij geen direct belang hebben bij de opdrachten. Dus een ruimere mogelijkheid tot deelname in de onderneming dan in de eerste verordening die deelname door opdrachtgevers geheel uitsloot.
De staatssecretaris heeft nu wegens strijd met het algemeen belang geen goedkeuring aan de verordening gegeven, omdat de uitbreiding niet past bij de onafhankelijke en onpartijdige positie van de gerechtsdeurwaarder. Daarnaast is de verordening ook moeilijk te controleren en te handhaven. Teeven laat zich niet uit over de mededingingsrechtelijke kanten van de verordening.
In een extra ledenraadsvergadering eind juli heeft de ledenraad van de KBvG besloten om beroep in te stellen tegen deze beschikking. Zolang daar geen uitspraak op komt, blijft de oude en strengere verordening van kracht.