Voor het innen van belastingen mag volgens de Invorderingswet 10 procent extra worden ingehouden op het inkomen dat niet vatbaar is voor beslag. Dat levert dus een beslagvrije voet op van 81% van de bijstandsuitkering. Deze regeling geldt alleen voor de notoire wanbetaler.
Naar aanleiding van een brief van de LOSR heeft kamerlid Karabulut (SP) kamervragen gesteld over de toepassing van deze regeling. Want het blijkt dat ook mensen die wel willen maar niet kunnen betalen onder de regeling van notoire wanbetalers vallen. Je hoort volgens art. 19 lid 1 en 2 Invorderingswet al tot deze groep als je meer dan één aanslag niet hebt betaald, de laatste betalingstermijn minimaal twee maanden is overschreden en je geen verzoek hebt gedaan voor uitstel of kwijtschelding. Als er dan al een beslag is gelegd onder de werkgever of uitkeringsinstantie, mag voor de inning van de belastingschuld daar nog eens 10% extra van worden afgetrokken.
De omvang van het probleem is niet duidelijk. Naar aanleiding van de kamervragen zal wel contact worden gezocht met gemeenten en waterschappen om te kijken hoe kan worden voorkomen dat deze korting op de beslagvrije voet onterecht wordt toegepast. Waarbij onterecht slaat op schuldenaren die wel willen maar niet kunnen betalen en dus niet verwijtbaar hun aanslagen niet voldoen.