De gerechtsdeurwaarder mag vanaf 1 december 2013 niet langer de out-of-pocketkosten voorfinancieren voor zijn opdrachtgevers. Dit is het gevolg van een bestuursmaatregel van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders.
Out-of-pocketkosten zijn kosten die de gerechtsdeurwaarder voor zijn opdrachtgever betaalt aan een andere partij, zoals griffierechten, maar ook slotenmaker, informatiekosten en facturen van collega's aan wie werkzaamheden zijn uitbesteed.
Tegenover deze kosten dient vanaf 1 december 2013 een financiële dekking te staan op eiserniveau van nog niet afgedragen gelden of een kostenvoorschot.
De bestuursregel is ingesteld om het financiële risico voor gerechtsdeurwaarders te beperken en maakt deel uit van een pakket aan maatregelen. Ook voorfinanciering van eigen verdiensten van gerechtsdeurwaarders zal worden gereguleerd, maar daarvoor dienen eerst liquiditeits- en solvabiliteitsratio's te worden vastgesteld waaraan de kantoren moeten voldoen.
Voor de volledige bestuursmaatregel klik hier.