Het gerechtshof Leeuwarden acht de administratiekosten van 6 euro die het CJIB oplegt voor het innen van verkeersboetes niet in strijd met het Nederlandse en internationale recht. De uitspraak volgt op het vonnis van de kantonrechter te Amsterdam van 9 februari 2012 die de administratiekosten eerder afwees.
Het CJIB berekent sinds 2009 een bedrag van 6 euro administratiekosten voor het innen van verkeersboetes. Volgens de kantonrechter komen de kosten voor handhaving van wettelijke bepalingen waar een straf op staat voor rekening van de Staat. Het gerechtshof concludeert echter dat noch het Wetboek van Strafvordering noch het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat de kosten voor inning voor de Staat dienen te blijven. De wet biedt ruimt voor uitzonderingen op de hoofdregel dat de kosten van tenuitvoerlegging van (strafrechtelijke) sancties ten laste van de Staat komen. En het is aan de wetgever om te bepalen wanneer daarvan gebruik wordt gemaakt. Het gaat hier om een bescheiden bijdrage die alleen voor boetes geldt.
De administratiekosen kunnen ook niet worden gezien als een tweede straf, hoewel dat mogelijk anders wordt ervaren. Er is dan ook geen strijd met het 'ne bis in idem beginsel'.
Klik hier voor de uitspraak.