Vraag aan Hoge Raad over incassokosten

De Rechtbank Gelderland gaat een zogenaamde pre-judiciële vraag stellen aan de Hoge Raad over de toepassing van de wetgeving voor incassokosten. Reden hiervoor is dat er onduidelijk is over het aantal incassohandelingen dat moet worden verricht voordat de schuldeiser de incassokosten aan de consument in rekening kan brengen.

In een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is op 17 september jl. geoordeeld dat het enkele versturen van de 14-dagen brief volstaat voor het in rekening brengen van incassokosten. Het Hof heeft zich in deze uitspraak gebaseerd op de wetsgeschiedenis. Inmiddels hebben de rechters zelf richtlijnen opgesteld over de toepassing van de wetgeving over incassokosten. Daarin staat juist dat er nog wel een incassohandeling moet worden verricht nadat de kosteloze termijn van 14 dagen is verstreken. Reden waarom de rechtbank Gelderland aan de Hoge Raad om opheldering vraagt.

We hoopten allemaal dat met de invoering van deze wetgeving over incassokosten de verschillende toepassingen van de rechters tot het verleden zouden gaan behoren. Dat blijkt ijdele hoop, nu rechters zelf weer met afwijkende richtlijnen komen. Hopelijk houdt de Hoge Raad het wel simpel.

Voor de uitspraak van de rechtbank Gelderland, klik hier.